Reistips Vancouver Island

Bij een reis naar West-Canada wordt Vancouver Island nog weleens overgeslagen. Als deze keuze voortkomt uit tijdgebrek kan ik daar mee leven, maar bij iedere andere reden (en eigenlijk ook bij tijdgebrek) zou ik willen zeggen: je weet niet wat je mist! Als onderdeel van een reis door West-Canada kun je er gerust een paar dagen voor uittrekken, maar ook als op zichzelf staande bestemming heeft Vancouver Island (qua oppervlakte ruim driekwart van Nederland) enorm veel te bieden.

Vanuit praktisch oogpunt zou ik je allereerst mee willen geven dat Vancouver Island prima bereikbaar is. Uit het zuiden van Vancouver vertrekt een rechtstreekse ferry naar Victoria – hoofdstad van de provincie Brits-Columbia – en vanaf de noordkant van Vancouver gaat er eveneens een rechtstreekse ferry die aanlegt in Nanaimo. Mocht je van de tocht naar het eiland ook al een belevenis willen maken, dan is er nog de Sunshine Coast. Deze ferry voert langs de mooiste eilandjes en kusten en afhankelijk van het seizoen is de kans om orka’s, dolfijnen en zeeleeuwen te spotten groot! Wij bewaarden deze optie voor de terugweg.

Wij bezochten Vancouver Island tegen het einde van juni en kwamen aan in Victoria. Vanuit de ferry kom je (praktisch) langs de Botanische tuinen van Butchart Gardens voordat je in Victoria zelf aankomt. Victoria heeft een Britse uitstraling en mocht je op een koudere dag komen (of een échte theeleut zijn), is een high-tea een absolute aanrader. Tijdens ons bezoek scheen de zon echter uitbundig en we hebben dan ook voornamelijk genoten van een wandeling door de oude stad en langs de Inner-Harbour naar de kleurrijke woonbootjes. Ook een (gratis) bezoek aan het parlementsgebouw was een interessante aanvulling. Op de ochtend dat wij Victoria verlieten, zijn we nog langs het statige Craigdarroch Castle gereden. Wegens tijdgebrek zijn we niet binnen geweest, maar de buitenkant en geschiedenis alleen al waren al erg indrukwekkend.

Na het bezoek aan Victoria reden we door naar Pacific Rim National Park. Onderweg liggen echter ook nog prachtige ‘points of interest’ om te stoppen. Allereerst Duncan. Indien je op het vasteland van Vancouver niet de tijd hebt genomen om de diverse totempalen te bewonderen, biedt Duncan uitkomst! De volgende stop is Chemainus. Dit dorpje barst van de muurschilderingen en een route gemarkeerd met gele voetstapjes op de grond zorgt ervoor dat je geen schildering mist. De laatste stop welke wij onderweg hebben gemaakt, is die bij MacMillan Provincial Park. Dit is één van de laatste regenwouden van Vancouver Island en herbergt enorme sparren (Cathedral Grove). Een korte route voert langs de enorme bomen en dit is een perfecte stop om even de benen te strekken.

In Pacific Rim National Park kun je kiezen tussen verblijven in Tofino of Ucluelet, allebei hebben ze overigens erg fijne accommodaties! In dit park vind je de Lighthouse Loop waarbij een route door het regenwoud met uitzicht over de oceaan wordt gecombineerd. Ook de Wild Pacific Trail volgt de rand van de kust waar je van panoramische vergezichten geniet. Dit park is ideaal voor fotografen en wandelaars van elk niveau. Zelf heb ik hier ook nog een vleesetende plant gespot!

Voordat we onze weg vervolgen naar zalmhoofdstad van de wereld Campbell River, bezoeken we de richting de oostkust gelegen Little Qualicum Falls. De watervallen hier geven je alvast een mooi voorproefje op wat je in het Wells Gray Provincial Park in Brits-Columbia mag verwachten. Na een korte stop rijden we door naar Campbell River, waar we verblijven op Quadra Island; een kort ferryritje naar de overkant van het water in Campbell River. Dit eiland ligt tussen Vancouver Island en het vasteland en wanneer je in het juiste seizoen bent (vanaf juli ongeveer) zwemmen hier de orka’s voorbij. Op het eiland zijn ontzettend veel wandelroutes. Wij pikten de Morte Lake Trail eruit, waarbij het einde niet zo heel goed aangegeven stond en het nog even spannend was of we de auto weer terug zouden vinden.

Wij besloten om ook het noorden van Vancouver Island nog te bezoeken. Dit is natuurlijk wel afhankelijk van hoeveel tijd je hebt, maar met een beetje planning kom je een heel eind. Telegraph Cove leek mij zo’n mooie plek dat ik de familie heb kunnen overtuigen om hierheen te gaan. Ik heb er geen spijt van gehad. Voorheen was dit een vissersdorpje met paalwoningen aan een boardwalk. De paalwoningen zijn er nog en doen nu dienst als chaletjes voor toeristen. Aan de boardwalk liggen verder een klein museum, restaurant en enkele excursie-bureautjes. Tot slot is er in Telegraph Cove een camping waar mensen met een camper terecht kunnen. Wij waren hier eind juni en dit was nét te vroeg voor het orkaseizoen dat vanaf begin juli losgaat. Wel hebben wij bij de boottocht andere walvissen (helaas geen duidelijke foto kunnen maken) en zeeleeuwen gezien.

In het noorden bestaat de mogelijkheid om met de Inside Passage (prachtige boottocht) nog verder noordwaarts te reizen en daar de reis op het vasteland voort te zetten. Wij kozen er echter voor om via de eerdergenoemde Sunshine Coast (waar we onze eerste beer van deze reis spotten!) door te reizen naar de Rocky Mountains.

Op ons bezoek aan Vancouver Island kijk ik terug als een prachtige ‘coastal’ aanvulling op de ruige Rocky Mountains. Het eiland heeft een geheel eigen karakter en ik had het niet willen missen. De volgende keer trek ik er misschien nog wel meer tijd voor uit. Of misschien...ik weet het eigenlijk wel zeker. En dan zorg ik dat ik er ben in het juiste seizoen voor de orka’s!


Terug naar alle blogs -->