De wekker gaat al vroeg vandaag. Net zoals elke ochtend deze reis start de dag rustig. We ontbijten en nemen het plan voor de dag door. Vandaag hebben we echter extra goed voorbereid, want de Icefields Parkway staat op de planning! De weg die de nationale parken Jasper en Banff met elkaar verbindt en waar we stiekem al de hele reis naar uitkijken. Nadat de plannen rond zijn, lopen we nog een laatste rondje over onze camping in Jasper. Nog één keer naar de rivier aan de voet van de camping in de hoop een grizzlybeer te zien. Helaas geen beer, maar de setting blijft grandioos.
Eenmaal op de Icefields Parkway arriveren we al snel bij een ‘point of interest’, zoals dat in Canada zo mooi heet; de Athabasca Falls. De omgeving is indrukwekkend in meerdere opzichten. De waterval ontstaat uit de Athabasca rivier en wordt omringd door naaldbomen en met sneeuw bedekte bergtoppen. De zon straalt subtiel door de nevel waardoor een mysterieuze waas ontstaat. Bijkomend voordeel is dat er hier vrijwel de gehele dag een regenboog te bewonderen is. De kracht van de waterval heeft door de jaren heen in de kloof al flink huisgehouden, de lijnen van de watererosie zijn bijzonder om te zien.
Niet veel verder is het wederom een waterval die ons doet stoppen; de Sunwapta Falls. Op de brug met uitzicht op de waterval genieten we even van de rust en het geluid van het naar beneden stortende water. Ineens komt er een groepje mensen aanlopen. Na een week bijna elk uitkijkpunt voor ons alleen te hebben gehad, voelt een groep van zeven jongens ineens als drukte en besluiten we terug te gaan naar de camper. We zien een vosje de bomen uitschieten, hij loopt slechts een paar meter voor ons. Weer een bijzonder dier dat we van ons lijstje af kunnen vinken!
Ondanks de spectaculaire watervallen waren we benieuwd naar wat de Icefields Parkway nou écht een wereldwijd begrip maakt. Op het antwoord hoefden we niet lang te wachten. Het eerste stuk zagen we al mooie vergezichten, maar wat we nu zagen was zoals ik het nog niet eerder heb gezien. Eindeloos lijkende bergen, zo ver als het oog reikt. Voor vertrek was ik al gewaarschuwd dat je tijdens deze rit niet op elke interessante plek kunt stoppen. De weg is van begin tot eind 230 kilometer lang, dus daar heb je domweg de tijd niet voor. Ik dacht dat dat een beetje overdreven was, maar de panoramische uitzichten die elkaar in rap tempo opvolgen maken zo’n indruk dat ik deze opmerking helemaal snap.
Veel bergtoppen zijn hier nog besneeuwd, maar onderweg naar de Athabasca gletsjer rijden we ineens een landschap binnen dat nog meer wegheeft van winter wonderland. Het is hier ook kouder dan op de rest van de route. Vanuit het visitor centre van de gletsjer kun je normaal gesproken met een speciale bus de gletsjer op. Dit had ons heel gaaf geleken, maar helaas vertrekt de eerste tour van het seizoen morgen pas. Ondanks het feit dat we de gletsjer niet op kunnen, genieten we van het uitzicht. We leren dat de verwachting is dat de gletsjer over circa 70 jaar niet meer zal bestaan. Dit komt wel even binnen. Ergens weet je het wel, maar als je dan zo'n reusachtig ding ziet en je hoort dan letterlijk dat dit langzaam maar zeker verdwijnt is dat best aangrijpend. We facetimen even met het thuisfront om ze even jaloers te maken op waar wij zijn. Als blijkt dat het inmiddels bijna middag is, is het de hoogste tijd om door te gaan.
Genietend van al het moois vervolgen we onze weg richting Banff. Een aantal stops die we van tevoren hadden uitgestippeld, komen we nergens op de borden tegen. Balen hiervan doen we niet lang omdat we al zoveel ander moois zien. Na de Big Bend, een enorme lus in de weg met panoramische uitzichten op de bergen, komen we een uitkijkpunt tegen waar we de camper kunnen parkeren. We kijken op de klok en beslissen meteen dat dit wel een mooie plek is om de lunch op te warmen. Slurpend aan onze noedels genieten we vanuit onze camper van het overweldigende uitzicht. Dit bedoelen ze dus met 'food with a view'!
Wat we nog heel graag wilden was een foto midden op de verlaten weg met een mooie achtergrond. We stoppen bij een verlaten camping en besluiten het erop te wagen. Met Mount Noyes en Mount Weed op de achtergrond schieten we wat mooie plaatjes. De paar auto’s die voorbij reden keken ons afkeurend na, maar dat maakte ons niet uit. Wij hadden onze foto’s!
Peyto Lake, een van de zogenoemde mirror lakes, werd ons door bekenden al aangeraden. Een echte ‘must’ op de Icefields Parkway. Op de parkeerplaats lagen nog hopen sneeuw van misschien wel een meter hoog. Volgens het bordje was het maar een paar honderd meter naar het uitkijkpunt, hoe moeilijk kon het zijn? Vol goede moed begonnen we op onze gympen aan de wandeling. Ondanks het met sneeuw en ijs bedekte pad hadden we vertrouwen in dat het wel goed kwam, andere reizigers kwamen immers ook zonder echte wandelschoenen weer naar beneden. Nadat we een stukje hadden geklommen, wat toch wel spannend was, zakte een vrouw voor ons in de sneeuw naast het pad. Zij zakte tot halverwege haar onderbenen de sneeuw in, voor ons een teken om weer terug te keren. Het meer was ongetwijfeld prachtig geweest, maar dit werd ons te riskant. Ach, hebben we een reden om nog een keer terug te komen.
We komen steeds dichterbij het einde van onze route, eigenlijk wil ik dat deze dag nog lang niet voorbij is. Bij Bow Lake genoten we wederom van een prachtig uitzicht. Terwijl we keken naar het grote pak sneeuw dat op de berg lag, zaten we ons hardop af te vragen hoe gaaf het zou zijn als een deel hiervan nu naar beneden zou komen. Nog geen vijf minuten later begint het te rommelen en ziet Esther als eerste een deel van het sneeuwpakket van de berg recht aan het meer naar beneden komen! Wat een bijzondere ervaring om zo vlakbij een lawine te zien. Vol ongeloof en nog steeds een beetje overdonderd van hetgeen we net hebben gezien, stappen we weer in de camper en rijden we verder.
Ineens rijden we niet meer op de leuke eenbaansweg, maar op een snelweg met meerdere banen. Lichtelijk teleurgesteld omdat we ineens weer een soort van onder de mensen rijden, komen we aan bij Lake Louise. Dit meer staat bekend als een van de mooiste meren van Canada en is zo’n beetje het eerste zoekresultaat als je googelt op Canada. We hadden van mensen die we bovenop Whistlers Mountain hadden ontmoet al vernomen dat Lake Louise nog bevroren is en dat zij in het midden van het meer hadden gestaan. Wij moesten het eerst maar eens aankijken en waren redelijk huiverig om het meer op te gaan. Aangezien iedereen het deed en het natuurlijk heel bijzonder is, namen we de gok. Veel mensen varen over dit meer, wij hebben er gewoon op gestaan. Wat een gave ervaring!
Moe maar voldaan komen we aan op de camping in Banff. Aan de dag waar we zo naar uitkeken, is een einde gekomen. Terwijl de regen tegen het raam van onze camper tikt, genieten we onder het genot van een wijntje nog eens na van deze onvergetelijke dag.
Over de auteur
Weet alles van Australië, Canada, IJsland, Lapland, Nieuw-Zeeland, Verenigde Arabische Emiraten, Singapore, Verenigde Staten
Mijn eerste verre reis ging naar Australië. In mijn eentje reisde ik van de Oostkust van Cairns naar Sydney. Ik denk nog vaak terug aan de vriendelijkheid van de locals, de prachtige stranden en het snorkelen bij de Great Barrier Reef. Ook het nieuwe jaar inluiden in Sydney was een bijzondere ervaring. Een ander hoogtepunt was een reis met een campervan door de nationale parken van West-Amerika. Horseshoe Bend, Monument Valley, Zion; wat een diversiteit, fantastisch! Er staan nog veel meer landen op mijn lijstje om te bezoeken. Ik ga met veel enthousiasme aan de slag om een mooie reis voor u samen te stellen!
Ontvang onze e-mails met tips voor uw reis
Al meer dan 32.783 reizigers gingen u voor